Eenzaam loopt hij over straat
Tijd voor een klein verhaaltje. Dit keer over een man die alleen over straat loopt en alles om zich heen ziet…
Eenzaam loopt hij door de straat. Overal kerstversiering en lichtjes en bij hem? Hij heeft het ook maar gedaan… Toch voelt het anders, want hij is alleen. Wie wil met hem aan tafel de kalkoen opeten? Of de kiprollade? Wie wil zijn kerstboom aanschouwen? Wie wil hem aanschouwen? Af en toe loopt er iemand langs en hij groet. Tjah, even dat moment van contact, even dat moment van ‘er is nog leven op aarde’ Heftig he?! De ene verlichte boom is groter dan de ander en het lijkt erom te gaan wie de grootste en de mooiste heeft. ‘Ach, van buiten lijkt alles beter dan bij mij’ Net zoiets als dat het gras bij een ander groener is…
Door het steegje loopt hij weer richting huis en onderweg komt hij bij een huisje waar helemaal niets is versierd. Er brandt binnen een kaarsje dus er is iemand thuis. Zal hij aanbellen? Of is dat vreemd? Het verleidt hem nogal erg. Waarom eigenlijk? Is het dat het zo opvalt dat er geen kerstsfeer hangt? Dan loopt hij door. Misschien is het wel iemand die net zo depri is als mij, denkt hij bij zichzelf. Of, heeft diegene er gewoon een gruwelijke hekel aan en gaat het goed?
Twee vragen die onbeantwoord blijven. Denkt hij…
Bij huis aangekomen gaat hij naar binnen. Hij denkt nog steeds aan dat huisje. ‘Wat is dat toch?’ Misschien wandelt hij er morgen nog een keer langs. Na een lange nacht niet kunnen slapen loopt hij richting het huisje. Het zit hem dwars, maar is het nou om iets goed of slechts? Een huisje dat bijna donker is… Wat is daar nou voor hem zo bijzonder aan? Na een aantal straten is hij aangekomen bij het huisje. Hij blijft staan en probeert zich erop te focussen. Wie woont daar? Wat is er aan de hand? Hij neigt om het paadje op te lopen en aan te bellen. Of, nog spannender, gewoon achterom te gaan. Misschien is het wel een naar persoon met slechte zin, of erger… Waarom is dit? Hij kijkt nogeens goed rond op veilige afstand.
De langeweg 146 is het adres. Voor hem is dat makkelijk te onthouden vanaf nu. Hé maar weet je wat? Hij loopt gewoon maar het paadje op en belt aan… Vol van spanning wacht hij totdat er open wordt gedaan. Er lijkt iets te gebeuren, maar toch ook weer niet. Na vijf minuten wachten loopt hij weer weg. Er is toch niemand thuis. ’s Avonds wordt er thuis tijdens het eten bij hem aangebeld. Verbaast kijkt hij op. ‘wie kan dat nu zijn?’ Hij doet de deur open en daar staat een leuke vrouw… Hij weet niet wat hij moet zeggen, zij wel. ‘haiii, ik ben Mieke van de langeweg 146’ Hij kijkt stomverbaasd, zij niet. ‘Ik zag je wel kijken, zegt Mieke, maar ik durfde niet open te doen…’
Hij kijkt haar aan en weet even niet wat hij moet zeggen. Hij slaat dicht. Verstijfd staat hij en lijkt bevroren. Mieke loopt op een moment weer weg… Nadat hij weer is ontdooid baalt hij dat hij haar niet durfde aan te spreken of iets aan te bieden. Het voelt als een echte teleurstelling, maar hij weet nu het ‘raadsel’ achter het huisje. Maar waarom geen verlichting? Hij gaat met het zweet op de rug naar het huisje. Buiten is het donker en koud en hij vraagt zich even af ‘waar begin ik aan?’ Toch zet hij door. Bij het huisje is het weer donker met binnen een kaarsje. Maar, dan gaan alle rolluiken dicht. Daar staat hij, blijkbaar onopvallend. Het hele huis is gebarricadeerd met rolluiken. Wat moet hij nu?
Hij loopt het pad op naar de voordeur en belt aan. Het moment van wachten duurt lang… Heel lang… Maar dan gaat de deur nog steeds niet open. Teleurgesteld loopt hij richting huis. Met een brok in de keel haalt hij onderweg een patatje met en een lekkere vette gehaktbal met veel mayo erover. Maar wie komt daar binnen? Hohoho! Het is de Kerstman die ook honger heeft. Hij aait over zijn buikje en bestelt een grote patat pinda, 2 frikandellen, 2 kroketten en 1 loempia. Iedereen kijkt verbaasd en nog gekker is… Er staat ècht een slee met rendieren buiten. De Kerstman propt even later alles naar binnen en vervolgt zijn weg. De gedachten staan enkel bij Mieke… Na zijn lekker bakje patat en snacks wil hij zijn weg vervolgen naar huis. Aangekomen bij huis wordt er ’s avonds laat aangebeld. Hij doet open en ja hoor. Daar staat ie dan… De Kerstman. ‘Hohoho! Wil je een ritje met me mee op de slee?!’ Hij gaat mee en tot zijn grootste verbazing, maar wel een hele fijne, zit Mieke ook op de slee.
Hij stapt snel op en samen gaan ze een eindje met de slee. Mieke kijkt hem aan die luistert naar de naam Michael. Hij haar ook en ze gaan samen genieten van de tocht. Door alle snelheid en G-krachten gaat de verlegenheid er snel af en ze kletsen heen en weer. De Kerstman lacht en denkt bij zichzelf ‘héhé… Eindelijk zijn die twee stijve harken bij elkaar!’ Er rest nog één ding als ze anderhalf uur hebben gevlogen. Michael zegt tegen Mieke ‘knijp eens in mijn arm’ Waarom? Vraagt ze. Nou, om erachter te komen of dit een droom is. Ze knijpt en er klinkt ‘au’. Dan is er nog één ding wat er moet gebeuren… Iets heel belangrijks. De langeweg 146 moet nog versierd worden.
Samen gaan ze naar haar huis. Mieke pakt dozen vol met kerstspullen van de zolder en ze hangen- en bouwen samen alles op. Ook De langeweg 146 is nu versierd en verlicht. Schitterend! Maar waarom was het niet versierd? Vraagt Michael. Mieke vertelt dat ze er gewoon niets meer om gaf omdat ze maar alleen was. Nou, daar is gelukkig verandering in gekomen. De twee delen tijdens kerst een kalkoen met elkaar en samen wandelen ze door de besneeuwde wereld van gezelligheid. Als twee engelen liggen ze in de sneeuw en zwaaien met hun armen.
En de romantiek?
Nou, dat mag je dit keer zelf bedenken… 😉
2 reacties
Lies
Mooi kerstverhaal Bas
Bas
Dankjewel!