De wind
De wind
Hij waait lekker door
Via hem naar haar
Van gebouw naar gebouw
Hard of zacht
De wind
Een teken van herfst
Vallende bladeren
Van boom naar boom
Vol liggende straten en paden
De wind
Waait lekker door in de nacht
Met woei en hoei als geluid
Soms omvallende voorwerpen
Soms ook niet
De wind
Ertegenin fietsen
Bouwen aan spierkracht
Niet zeuren maar doen
Ookal is het puffen
De wind
Waait door Nederland
Tevreden en ontevreden
Armoede en toeslagen
Gas en woningen
De wind
Waait naar 22 november
Stemmen en verkiezingen
Vertrouwen proberen terug te winnen
Een nieuwe frisse wind?
De wind
Naar een land
Waar laag, midden en hoog
Er mag zijn
In heden en toekomst!
De kiezer bepaalt!
Dat duwtje in de rug
Hoe staat de wind voor de coalitievormers?
Er is hoop…
Altijd!