
Vrouwe Liesbeth uit ‘30
Super intelligent, dat is zoals iedereen haar kent
Ze had advocate kunnen worden, misschien wel rechter
Helaas mocht ze niet verder dan de huishoudschool
Toen vijfentwintig, nu vijftig
Ze is huishoudster en zorgt voor de kinderen
Haar enig recht is het aanrecht
Ze heeft niets te zeggen
Manlief bepaalt wat er gebeurt
Hij is kostwinner en zorgt voor hen
De universiteit was haar droom
Dan zou ze verder gekomen zijn dan pijn
Want wat is haar leven nu?
Kinderen krijgen, schoonmaken en koken
Uit frustratie zit ze tussendoor uren te roken
Dát is het gedwongen leven van Liesbeth
Vrijheid is iets voor de geluk hebbende vrouw
De vrouw met rijke ouders
De vrouw die kiest voor het eenzaam bestaan
Zuid Afrika of Australië
Misschien kon ze zelfs wel emigreren
Een mooi groot huis en een mooie tuin
Maar nu zit ze in een rijtje
tussen lawaai makende buren
Want hij heeft het minimumloon
Ze zijn gelukkig zoals het hoort
Daar lijkt het allemaal op
Maar diep in haar ogen, diep in haar hart…
Schreeuwt ze het uit en ‘s nachts huilt ze
Terwijl manlief droomt over opslag
Maar deze droom is bedrog…
De volgende dag is aangebroken
Opstaan, werken en naar school
En vrouwe Liesbeth?
Zij steekt een sigaret op
Haalt een frisse neus
Brengt de kinderen naar school en pakt daarna de sopdoek
Dát is haar dag
Vandaag afsoppen, morgen dweilen
Ohja, de stofzuigerzak moet vervangen worden
Geen advocaten of rechtersjas
Maar de werkbroek met een trui
Dat is het uiterlijk van Liesbeth
Geboren 4 Mei 1930
Getrouwd 28 Augustus 1950
Moeder sinds 1953

