Van de kaart geveegd… het begin

Ik ben geboren en opgegroeid in een liefdevol gezin en ik was altijd een vrolijk, enthousiast en ondernemend persoon. Ik stond overal positief in en een rothumeur kende ik niet! Ik kon met iedereen goed opschieten. Vroeger had ik veel vrienden en vriendinnen en sprak daar elke week en in de weekenden mee af. Een dag of heel weekend niets gedaan voelde voor mij als ‘niet compleet’. Ik was daarnaast ook erg gevoelig en sommige kinderen maakten daar misbruik van. Je kunt het misschien al wel raden, hoe ouder we werden, hoe meer we gingen puberen, hoe meer vat ze op me kregen als het om ‘iemand verdrietig maken’ gaat. Vanaf de middelbare school begonnen de problemen, de pesterijen begonnen toe te nemen en ik moest steeds meer klappen opvangen. Elke dag als ik naar school ging werd ik bang, want het pesten begon zich ook te uiten in lichamelijk geweld. Uiteindelijk raakte ik depressief en hebben mijn ouders me van die school afgehaald.

Toen ik een jaar of veertien was ging ik elke zaterdagavond naar een jeugdhonk in het dorp waar ik toen woonde, daarnaast was ik ook erg actief binnen de kerk en ging elke week naar catechisatie. Ik kreeg daar met veel leeftijdgenoten te maken en de activiteiten die we daar deden waren leerzaam en leuk. In mijn eigen gedachte ging ik er altijd van uit dat mijn leeftijdgenoten me ook maar ‘raar’ vonden en zo gedroeg ik me ook. Ik stelde me zenuwachtig en onzeker op en zonder dat ik het in de gaten had duwde ik jongeren van me weg. Ik sloot me volledig af voor de buitenwereld. Mensen die probeerden bij me te komen kon ik op een wat lompe manier ‘wegsturen’. Sommigen hadden het in de gaten en probeerden op een subtiele manier bij me binnen te komen, maar ook dit wees ik af.

Ik kon niet uitleggen aan de buitenwereld hoe ik me voelde, het ging zo snel dat ik me voor alles en iedereen geblokkeerd had. We hadden veel leuke dagjes uit en gingen een weekend met de kerk naar Oost Duitsland waar we bij gastgezinnen bleven slapen. Ik wilde ondanks alles toch mee. Je kunt je voorstellen dat we daar veel dingen in teamverband deden, maar ik durfde niet mee te doen. Toch heb ik het wel gedaan. Mijn faalangst was enorm en dat waar je bang voor bent gebeurt… tijdens een potje voetbal of korfbal sla je dicht en reageren de jongeren om me heen. ‘Wat is er? Waar zit je met je gedachten? Ik merkte dat ze wat kriebelig begonnen te reageren. Wat moesten ze van me denken?

Sommige volwassen mensen merkten het, maar vooral de jongeren niet. Ik was een topper in het weten weg te stoppen van wat er in me omging. Ik praatte er niet over. Wel heb ik er thuis weleens over gepraat, en daar brak ik soms wel. Ook daar wisten ze toen nog langer niet alles! Wel wat er is gebeurd, maar hoe ik me voel, en wat ik van mezelf vind? Dit kwam later ter sprake. Er waren genoeg avonden en nachten dat ik lag te huilen in bed, in de hoop dat niemand me zou horen. Dit was voor mij de veiligste omgeving om me een beetje te kunnen ontladen. We hadden met het jeugdhonk een gezellige afsluiting van het seizoen, en daar werd bij gedanst. Ik kan me nog herinneren dat iedereen meedanste, maar ik als enige bleef zitten. Ik werd meerdere keren door diverse mensen ‘de dansruimte’ opgetrokken en ben ook meteen weer gaan zitten. Ik kon toch niet dansen, dan zette ik me toch alleen maar voor schut. Dit is één van de voorbeelden waar ik na de tijd heel veel spijt van had. Ik besef me ook dat ik heel veel vriendschappen heb voorkomen door mijn gedrag.

Toen ik naar de nieuwe school ben gegaan waar ik op advies van de huisarts me heb aangemeld, is er enorm veel voor me veranderd, in positieve zin. Ik begon te merken dat er jongeren waren die me wel mochten, en vooral in het begin was het voor mezelf erg moeilijk om dit te accepteren. Ik was depressief en was bang om nog meer kwijt te raken dan ik al kwijt was, en voor mijn gevoel mijn eigen schuld. Vooral de eerste weken was zwaar, ik stond met mijn ‘starre houding’ in de menigte en ook hier begon dat mensen op te vallen. Totdat er een gesprek kwam naar aanleiding van ‘een opmerking’ van een schoolgenoot waar ik in het verleden ook weleens mee omging. We kenden elkaar via-via. Ik begon te merken dat er op deze school een absolute no-go was tegen pesten. Bijna iedereen kon goed met elkaar opschieten, en ook in de klassen ben ik ondersteund door medeleerlingen en leraren. Het was er op school streng, maar absoluut rechtvaardig! Er werd écht alles op alles gezet om je het op school naar de zin te maken en ‘vrienden te maken’. Hoera!

Ondanks dat het op de nieuwe school beter ging had het allemaal zijn tijd nodig. De negatieve gedachten brokkelden stukje bij stukje af en de depressiviteit was niet meer constant. Wel, het verwerken begon later pas. Ik kreeg thuis en op school spontaan huilbuien en ik was nog aan de antidepressiva. Ik werd op school door zowel leraren als klasgenoten / schoolgenoten ondersteund en sommigen sloegen een arm om me heen. Veel praten en tranen laten vallen helpt goed, heb ik toen ontdekt. Ik kreeg er vrienden bij en het ging later steeds beter. Ondertussen was ik al een hele tijd gestopt met antidepressiva en kon ik emotioneel weer op eigen benen staan. Ik heb twee jaar op deze school gezeten, maar helaas braken de examens aan en werd met een schoolfeest een mooie periode afgesloten. Er was toen nog geen social media, en ik woonde verder weg van school. Het was voor mij elke dag 24 kilometer fietsen. Ik had er erg veel moeite mee dat ik veel mensen niet meer terug zou zien. Zo gaat het, je komt bij elkaar en je gaat ook weer uit elkaar. De wegen scheiden na het allerlaatste schoolexamen op de school. Het laatste drankje is op en alle ouders staan op hun kinderen te wachten.

Na de vakantie ben ik begonnen aan de ICT-opleiding. Natuurlijk ook erg spannend, hele andere school, andere mensen om me heen, zoals dat voor iedereen geldt natuurlijk. Wel had ik nog de periode met pesten in mijn achterhoofd. De eerste dagen op school verlopen goed. Je leert elkaar kennen, begint over koetjes en kalfjes te praten en natuurlijk ook over computers. Je hebt dezelfde interesses uiteraard. Na een paar weken begon me op te vallen dat mensen zich wat ‘opmerkelijk’ naar me begonnen te gedragen. Ik begon in de gaten te krijgen dat mensen me aankeken terwijl ze zaten te praten, anders gezegd: roddelen! Ik hield dat in mijn achterhoofd. Eerst dacht ik bij mezelf dat ik het me verbeeldde totdat ik stiekem tijdens de les fluisterend werd ‘begekt’ en ze propjes naar me toe gingen gooien.

Daar waar het met geroddel en propjes gooien begon werd het alleen maar erger. Ik werd buitengesloten, uitgescholden, lastig gevallen tijdens mijn werkzaamheden en er gebeurden veel dingen via de computer en het internet. Opeens was ik weer dat wrak dat in een negatieve spiraal wegzakte. Je kunt je voorstellen dat iedereen in die tijd ging chatten, die tijd brak namelijk aan. Je had toen een website waar je een eigen profiel kon aanmaken, leuk opmaken en als je wat verstand had van websites maken, dan kon je het erg leuk en professioneel opzetten. De hele school zat erop en ik besluit me ook aan te melden. Vrienden van me en familie gingen er ook op, en zo begon het ‘overal bereikbaar zijn’. De pesters meldden zich ook aan, en ik werd keihard afgerekend omdat ik er ook opstond. Ik mocht er toch niet zijn?! Ondanks dat ik veel leuke contacten online had, en ook leuke meisjes waar je op die leeftijd je mee bezig houdt kon ik op een dag niet meer op MSN. Ik kon na drie dagen weer inloggen met als resultaat dat mijn hele contactpersonenlijst leeg was… Mijn profiel op die andere website en mijn MSN was gehackt. Op mijn contactwebsite stonden allerlei ‘minder leuke dingen’ op.

Omdat MSN en andere contactsites overal beschikbaar waren ging het gepest privé verder. Ik was één van de weinigen die toen een eigen website had gebouwd, en natuurlijk wil je dat laten zien, maar het liefst niet aan de pesters. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als zij erachter komen. Dit kwam uit, op een vrijdagavond wilde ik naar mijn website, en deze was bezaaid met pornoplaatjes. Ze hebben er hoogte van gekregen van mensen die je dacht te kunnen vertrouwen. Ik begon weer depressief te raken, maar dit keer praatte ik er niet meer over. Ik wilde dit zelf oplossen… Na een tijd besluit ik met mijn mentor te gaan praten, maar dit heeft niet veel geholpen. Het werd alleen maar erger.

Toen pas voelde ik hoe het was om je eenzaam te voelen en elke dag opnieuw klappen op te moeten vangen. Ik was ten einde raad, en ik voelde me nergens meer veilig. Naast het pesten werd ik ook genegeerd, iedereen ging na de les en tussen de middag pauzeren. Iedereen haastte zich uit het klaslokaal en ik liep alleen door de gangen en stond alleen in de aula of buiten. Daar werd ik zelfs nog begekt! Het is toch raar als je een wandelend, ondertussen al ernstig beschadigd ‘wrak’ ziet rondlopen of ergens ziet staan. Af en toe had ik van die momenten dat ik uit elkaar barstte, en dat is iets waar je als je zo enorm wordt gepest niets aan kunt doen. Zij krijgen er alleen maar meer lol in. Ook privé begon dit ernstig zijn rotte vruchten af te werpen…

“Als je denkt sommigen te kunnen vertrouwen…”

2 reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *