Van de kaart geveegd – als je denkt alles te hebben gehad…
Het hoofdstuk pesten leek voorbij te zijn, ik zat in het laatste schooljaar en liep stage. Op een dag werd ik ontzettend duizelig en kreeg later het gevoel dat ik elke keer even van de wereld was. Ik was al op mijn stageplek en de klachten werden alleen maar erger. Het enige wat ik me later kon herinneren was dat ik in de ambulance lag en naar het ziekenhuis werd gebracht. Allerlei toeters en bellen om me heen en ambulancepersoneel dat me begon te ondervragen. Is dit een droom of werkelijkheid, dat was het eerste wat er in me omging. Aangekomen in het ziekenhuis besefte ik dat het ernstig was. Je hoort om je heen dat ze vermoeden dat het iets met mijn hart is of dat er iets in m ’n hoofd niet goed is. Je ligt aan de monitor, die schijnt op hol te zijn geslagen, en ze sluiten een andere aan. Mijn ouders waren inmiddels opgetrommeld, en zij stonden bij me aan bed, geschrokken en bang. Ik verloor mijn bewustzijn opnieuw en het personeel werd met spoed opgetrommeld. De hartmonitor had het achteraf toch goed. Ik kreeg meerdere zware aanvallen, lijkend op epilepsie. Kantjeboord zeiden ze even later…
Nadat ik weer was gestabiliseerd begonnen de onderzoeken, ik heb een tijd in het ziekenhuis gelegen en daar was de uitslag… Alle onderzoeken gaven de uitslag ‘epilepsie’… Hoe nu verder? hoe gaat mijn leven er nu uitzien? Word ik een kasplantje? Moet ik voortaan met zo ’n helm oplopen? De gedachte alleen al… vreselijk! Ik kreeg te horen dat het traumatische epilepsie is. Epileptische aanvallen als gevolg van trauma. ‘Ze hebben het voor elkaar!!! Vanaf het moment dat ik was ontslagen uit het ziekenhuis heb ik medicijnen meegekregen die ik meerdere keren per dag moest slikken, namelijk Depakine. Deze medicijnen zorgen ervoor dat ik behoorlijk dik werd en ontzettend sloom. Ik kreeg enorme eetlust waardoor ik op een avond gerust drie grote zakken chips naar binnen werkte. Ik mocht voor een lange tijd geen autorijden, bijna twee jaar, en veel van mijn vrienden raakte ik kwijt. Ik kon niets meer omdat mijn lichaam op was, maar ook door de dosering van de medicatie. Sinds die tijd tot aan nu ben ik onder invloed van medicatie. Gelukkig gaat het de laatste jaren stukken beter omdat ik medicatie heb waar ik nu goed op reageer.
Ik heb voordat ik ziek werd belijdenis gedaan voor de kerk waar ik toen bijzat. Het geloof was in mijn jeugd en iets oudere leeftijd een belangrijk ding, totdat ik al deze ellende over me heen kreeg. Want zeg nu zelf… waarin moet je geloven? Dankbaar zijn omdat je alles kwijt bent geraakt? Ik ben tegen alles wat met geloof en kerk te maken had tegenaan gaan schoppen. (in emotie en gedachten uit boosheid) Na een lange tijd wilde ik toch graag weer mijn leven stap voor stap oppakken met de mogelijkheden die ik nog had. Via allerlei hulpverleners ben ik bij een dagbesteding terecht gekomen waar ik toen computercursussen mocht gaan geven. Daarnaast werd samen met me gekeken of ik een opleiding met extra begeleiding kon gaan doen. Na een paar jaartjes dagbesteding heb ik de stap richting werk weer genomen. Ik ben met een opleiding begonnen, het vervolg van de eerdere opleiding waar ik mee bezig was. Tijdens deze opleiding kwamen de aanvallen (tijdelijk) weer terug, maar dit had ook met privé omstandigheden te maken. Tóch slaagde ik voor deze opleiding.
“Mijn wereld stortte in…”